inhoud

Henricus Baur, beeldhouwer, ivoorsnijder, tekenleraar.

De nieuwbenoemde 13e bisschop van Roermond in 1775, Philippus Damianus, was ook Graaf van en tot Hoensbroek. Hij was Kanunnik te Speijer-D, toen hij door hare keizerlijke hoogheid keizerin Maria Theresia werd benoemd tot bisschop en in 1774 in Speijer-D ingewijd. In 1775 werd hij in Roermond bisschop en was daarmee de eerste Roermondse bisschop, waar hij met gejuig werd ontvangen. Hij bezat in het familiekasteel veel kunstvoowerpen en volgens zeggen vroeg hij aan Henricus om hem te vergezellen naar zijn nieuwe standplaats. Voorzover bekend was zijn opdracht om het kunstbezit te beheren. Tot zover het verhaal zoals het in de familie werd verteld.
Andere publicaties vermelden dat Philippus Damianus veel kunstenaars om zich heen had, muzikaal was, hij speelde zelf violoncello en schreef muziek. Hij was met recht een "wereldheer".
Bisschop Philippus is nooit in het kasteel in Hoensbroek geweest, heeft zich daar ook niet verborgen voor de Fransen, maar vluchte naar Kloosterzand, waar hij bescherming genoot van de Pruisische regering. Na hun terugtocht keerde hij terug naar Roermond. Niet lang daarna overleed hij op 17 april 1793, 70 jaar oud. Omdat het gewestelijk bestuur verboden had overledenen in de kerk bij te zetten liet de van Hoensbroecks familie de stoffelijke resten naar het onder Staats bestuur staande Venlo overbrengen. In de plaatselijk parochiekerk werd de bisschop in alle stilte in het koor begraven. (Meer informatie http://www.bisdom-roermond.org)
Henricus hoorde zeer waarschijnlijk tot de kring van kunstenaars en was dat waarschijnlijk al in Speijer-D. In 1794/1795 was hij tekenleraar aan het Bisschoppelijk College in Roermond. Mogelijk verviel bij het overlijden van de bisschop de ondersteuning aan de kunstenaars en had hij toen geen of een gering inkomen. Daarnaast was hij werkzaam als ivoorsnijder en beeldhouwer, voornamlijk houten beelden. Hiervan zijn voorbeelden te vinden in kerken in Limburg. Wij vonden houten beeldjes in de RK-kerk te Roosteren.. Ook maakte hij crusifix voorstellingen van ivoor. Deze hebben we niet gevonden, maar hoorden wel, dat er bij een pastoor werk van zijn hand was aangetroffen.

De Franse revolutie en daarmee de komst van de Fransen met hun nieuwe wetten betekende voor de kerken een grote verandering. door de gelijkheid (en broederschap) dat zij hoog in het vaandel hadden staan werden alle uiterlijke vormen van ongelijkheid verwijderd. Dus geen adel , geen kerkelijke hiearchie. Kloosters werden gesloten. Grafstenen werden ontdaan van uiterlijke kenmerken. Alleen burgers vervulden functies als bestuurder. Maar er moest toch iets zijn voor het geven van een feest. Dat werd de dag dat de revolutie begon met het bestormen van de Bastille. Maar ook uiterlijk moest dat zichtbaar zijn. Daarom werden in alle Franse gebieden een beeld gemaakt, een Vrijheidsbeeld. Ook in Roermond was een dergelijk beeld aanwezig, dat op de feestdag op een plein werd gezet waar omheen het volk kon dansen. De rest van het jaar werd het in het stadhuis geplaatst. Zo ook in Roermond. Toen in de 20ste eeuw het stadhuis werd gerenoveerd bleek het beeld in de weg te staan en werd het verplaatst naar het museum.. Een journalist van de lokale pers vroeg, maar wie heeft dat beeld gemaakt. Niemand kon hem een antwoord geven op die vraag. Dus ging hij in het archief op zoek en vond in de rekeningen het antwoord. Een Henricus Baur had een rekening ingediend voor het maken van een beeld. En zo werd Henricus een bekend persoon en staat zijn naam bij het beeld in het museum.

Het museum is gevestigd in het vroegere woonhuis met werkplaatsen van de bekende architect Cuijpers. Deze had in zijn werkplaats vele beeldhouwers aan het werk voor de vervaardiging van kerkelijke beelden en andere voorwerpen. Ook zonen van Henricus Baur stonden op de personeels lijst van de architect.

Een kleindochter van Henricus Baur, Catharina Agnes Hubertina trouwde met Antonius Adrianus Lenaerts. Zijn moeder was Maria Leonarda Roomers, zijn biologische vader was onbekend. De geboorte vond plaats in Merxplas-Be. De aangifte werd gedaan door een heelmeester van een naburig gesticht. Volgens de aangifte woonde ze in Turnhout-Be. Ze was echter afkomstig uit Rotterdam, waar ze was geboren en getrouwd. Echter bij de geboorte van Antonius Adrianus waren de toen geboren kinderen en haar echtgenoot overleden. Tot nu toe niet gevonden, waarom ze in Turnhout woonde. Haar moeder is daar overleden.

Drie jaar na de geboorte van haar zoon Antonius Adrianus trouwde ze met Christianus Lenaerts, maar een erkenning werd niet gevonden, totdat Adrianus werd opgeroepen voor de loting in ´s Hertogenbosch. Bij het tonen van het geboortebewijs bleek hij Roomers te heten en dus niet was erkend. Dit werd toen direct alsnog gedaan door Christianus Lenaerts en Maria Leonarda Roomers. Van deze erkenning werd melding gedaan aan de gemeente Merxplas met verzoek dit toe te voegen aan de geboorte-inschrijving. En zo vonden we bij een bezoek aan Merksplas de brief van de ambtenaar van de gemeente 's Hertogenbosch over dit in de familie onbekende gegeven. Ook Antonius Adrianus was beeldhouwer in Roermond en zal ook bij architekt Cuijpers bekend geweest zijn. Feit is, dat hij met zijn zoons een steenhouwerij begon in Roermond, dat vele jaren was gevestigd aan de Godweerdersingel in Roermond.

Ook de vader van Anna Maria Agnes was beeldhouwer. Een beeld door hem gemaakt heeft hij geplaatst eind 19de eeuw op de kerk in Raamsdonkveer. Helaas liep hij daar een besmetting op van typhus, waardoor hij jong overleed. De kerk werd aan het eind van de 2e wereldoorlog kapot geschoten. Het beeld vond men toen terug staande boven op het puin. Na de herbouw van de kerk werd het in een nis in de muur geplaatst.
Parentelen:
Parenteel van Henricus Baur.
Stamreeks:
stamreeks van Anna Maria Agnes Lenaerts, patriarchaal